h1

frame 91 | aemulatio

11 augustus 2012
1 PM

1 PM | Jean-Luc Godard & D.A. Pennebaker, 1972

Jean-Luc Godard imiteert een camera die Mickey Mouse imiteert. Of: de camera doet niks en JLG interpreteert de camera als Mickey Mouse. Of: JLG staat gewoon te zwaaien naar de kijker en de cameraman buiten ziet daarin een imitatie van het Mickey Mouse profiel van de camera naast JLG en framet het shot accordingly. Of: JLG en de Amerikaanse, kapitalistische populaire cultuur zijn zo met elkaar vergroeid (enemies, a love story), dat ze, zoals in het cliché van de hond en zijn eigenaar, op elkaar zijn gaan lijken. Dit laatste dan alleen op basis van de aanname dat film in essentie een Amerikaans, kapitalistisch en populair cultuurproduct is (zie Godards opmerking in frame 29), dat de camera de gematerialiseerde essentie van film is en Mickey Mouse de essentiële materialisatie van de Amerikaanse, kapitalistische, populaire cultuur – en dat dus elke camera Mickey Mouse is. Die non sequitur volgend, kunnen we ook zeggen dat JLG zichzelf parodieert, door het wezen van cinema, geëxtrapoleerd in het metonymische profiel van de camera, na te bootsen. Godard bedoelt niet: “ik ben Mickey Mouse”, hij bedoelt: “al mijn films zijn Mickey Mouseificaties”. Want als de camera Mickey Mouse is (en dat is het enige dat evident is in dit beeld), dan zijn alle films die ooit gefilmd zijn, gefilmd door de lens, de blik, de ogen van Mickey Mouse. Dat is een kwestie van ideologie: Mickey Mouse is het frame (de framing), het object zijn wij. Want wij kijken geen films, films kijken naar ons. En dat allemaal uitgedrukt in die ene vluchtige high-five door het openstaande raam – JLG, agent secret de la CIA, souris à mi-temps, cinéaste extra-ordinaire.

reactie